Rapport Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden gepresenteerd

De Nederlandse Staat moet excuses aanbieden voor het slavernijverleden. Dat is een van de aanbevelingen uit het rapport met bevindingen dat het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden vanmiddag heeft aangeboden aan minister K.H. Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De leden van het adviescollege, waaronder directeur van het Zeeuws Archief Hannie Kool-Blokland, boden het rapport aan voorafgaand aan de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in Amsterdam.

Twee vrouwn poseren en houden beide een rapport in de vorm van een boek vast.
Dagmar Oudshoorn, voorzitter van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden overhandigt het rapport ‘Ketenen van het slavernijverleden’ aan Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 1 juli 2021.

158 jaar geleden, op 1 juli 1863, schafte Nederland de slavernij af. Het duurde nog tien jaar voordat de slaafgemaakten vrij waren. In Suriname en Nederland wordt de afschaffing jaarlijks op 1 juli herdacht en gevierd met de feestdag Keti Koti. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken.

Ketenen van het verleden

Het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden is getiteld ‘Ketenen van het verleden’ en bevat tal van aanbevelingen, waaronder:

  • De Nederlandse Staat moet excuses aanbieden voor het slavernijverleden. Het gaat nadrukkelijk om de Staat en niet om individuele personen. Als “rechtsopvolger van de eerdere Nederlanden” is het aan het huidige kabinet om excuses te maken voor het “direct of indirect toestaan” van de slavernij en slavenhandel.
  • Nederland moet erkennen dat de slavernij en slavenhandel misdrijven tegen de menselijkheid waren en moet inzien dat de gevolgen van het slavernijverleden nog altijd voelbaar zijn.
  • Het kabinet moet opdracht geven tot een nationaal onderzoek naar het slavernijverleden.
  • 1 juli moet een nationale herdenkingsdag worden.
  • Er moet een nationaal slavernijmuseum komen “waarin op ruime en toegankelijke wijze het slavernijverleden en de doorwerking daarvan worden getoond”.
  • Er moet structureel aandacht voor het slavernijverleden in het onderwijs komen.
  • Institutioneel racisme moet worden aangepakt.
  • Om de doorwerking van het slavernijverleden in de hedendaagse samenleving te verminderen, is een herstelbeleid nodig. Hier moet een fonds voor worden opgezet. De Caribische landen, en waar zo mogelijk Suriname, moeten ook over dat herstelbeleid kunnen meedenken. Het geld uit het herstelfonds zou bijvoorbeeld moeten worden gebruikt voor een nationaal museum. Het herstelfonds moet ingaan in 2023, 150 jaar nadat slaafgemaakten daadwerkelijk vrij werden.

Opdracht van de minister

Het adviescollege kreeg een jaar geleden de opdracht om een dialoog te organiseren over het Nederlands Slavernijverleden. Zij heeft daarbij gekeken naar de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving. Het adviescollege heeft ook gekeken naar de vraag of slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is. Het geeft daarbij advies over erkenning en herdenking van het slavernijverleden (motie Nicolaï).

Nationaal en internationaal

Het adviescollege heeft bij de aanpak van zijn werkzaamheden een zo breed mogelijke benadering gehanteerd, met het doel een groot bereik te hebben. Daarbij zijn ook de Nederlands-Caribische eilanden betrokken. Naast het stimuleren van de dialoog en het horen van burgers, heeft het adviescollege ook wetenschappers geraadpleegd.

Gesproken is met vertegenwoordigers van diverse belangenorganisaties, maatschappelijke sectoren, en groeperingen uit de samenleving. De jeugd is betrokken met speciaal op het onderwijs gerichte dialogen. De Nederlandse samenleving in het algemeen is betrokken in breed opgezette dialoogtafels, in sectorale tafels en panelpeilingen.

De reikwijdte is zowel Nederland, als de Caribische delen van het Koninkrijk, Saba, Sint-Eustatius, Bonaire, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Een publiekscampagne werd opgezet, een burgerpanel werd geraadpleegd en wetenschappelijke deskundigen is gevraagd om een bijdrage te leveren aan de diverse onderdelen van het vraagstuk slavernijverleden en doorwerking in de hedendaagse samenleving.

Samenstelling Adviescollege

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties stelde het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden in juni 2020 in. Het is een onafhankelijke adviescollege dat maatschappelijke dialogen over het Nederlandse slavernijverleden stimuleert. En kijkt welke rol het Nederlandse slavernijverleden nog speelt in levens. Het adviescollege bestaat uit:

  • Dagmar Oudshoorn, voorzitter
  • Edgar Davids
  • Lilian Conçalves-Ho Kang You
  • Hannie Kool-Blokland
  • Glenn de Randamie (Typhoon)
  • Ruben Severina

Download het rapport

Download het rapport 'Ketenen van het verleden' van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden van de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

www.rijksoverheid.nl
Logo in de stijl van het VOC-logo, met de in elkaar grijpende letters V, C en C, en daaronder een grote letter M.

Middelburgse Commercie Compagnie

Het Zeeuws Archief beheert het archief van de Middelburgse Commercie Compagnie, een onderneming die zich in de 18e eeuw richtte op de trans-Atlantische slavenhandel. Lees meer

/onderzoek-het-zelf/trans-atlantische-slavenhandel/