Geestelijke gezondheidszorg

De verzorging van Zeeuwse geesteszieken gebeurde tot het midden van de 19e eeuw in Zeeland en daarna – tot in de 20e eeuw – in Noord-Brabant. Tot de krankzinnigen, zwakzinnigen, geesteszieken werden ook gerekend: lijders aan de vallende ziekte oftewel epileptici evenals personen die werden opgenomen in een gesticht wegens wangedrag. Welke bronnen zijn er over de zorg aan geesteszieken in Middelburg?

Van de verzorging van de krankzinnigen en zwakzinnigen in Zeeland vóór de 17e eeuw is nauwelijks iets bekend. In Middelburg werden de ‘simpelen’ in de periode 1559-1610 opgenomen in het Gasthuis.

Simpelhuis tot 1811

Middelburg kreeg in 1611 een speciaal gesticht voor deze patiënten, het Simpelhuis in de Simpelhuisstraat. Het gesticht was bestemd voor de verpleging van ‘simpelen’ (krankzinnigen) en lijders aan vallende ziekte. Tot 1811 werden hier geesteszieken opgenomen.

Zieken- en Simpelhuis na 1812

Na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk in 1810 was heel Nederland onderworpen aan de Franse wetten. Ook de instellingen voor ouderen werden ingericht in de geest van de Franse wetgeving. In Middelburg hield de Commission des Hospices zich hiermee bezig. Voortaan werden oude mannen en vrouwen nog maar in één instelling opgenomen, het Armziekenhuis, dat met het Simpelhuis verenigd werd tot Zieken- en Simpelhuis, op grond van een besluit van bovengenoemde commissie van 2 juni 1812.

Op 12 december 1812 werden patiënten uit het voormalige Simpelhuis overgebracht naar een gebouw op de Herengracht. Het gebouw werd tot dan toe gebruikt voor de opvang van lijders aan besmettelijke ziekten. Nu werd het ingericht voor het nieuwe Zieken- en Simpelhuis voor de opvang van krankzinnigen. Zij werden opgenomen als gevolg van een rechterlijke beschikking voor rekening van zichzelf, hun familie of een van de armbesturen. Ook epileptici oftewel lijders aan vallende ziekten werden hier geplaatst, evenals personen met gedragsproblemen bijvoorbeeld als gevolg van alcoholmisbruik.

Na gebleken ongeschiktheid van het gebouw, in 1844, werd het Simpelhuis op de Herengracht een jaar later opgeheven als verpleeginrichting voor krankzinnigen en de verpleegden uit dit gesticht werden overgebracht naar Dordrecht. Daarna stelde het Gasthuis tijdelijke ruimte beschikbaar voor elders te plaatsen krankzinnigen. De epileptici, sedert 1834 verpleegd in een aangrenzend gebouw, verbleven hier nog tot 11 februari 1856 en werden toen overgebracht naar het Werkhuis, later naar het Gasthuis.

Bronnen

Hoe werd de verpleging van ouderen en geesteszieken in de administratie vastgelegd?

Verzoekschriften tot opname

Voordat een oudere of geesteszieke, of iemand met gedragsproblemen in het juiste gesticht kon worden opgenomen, moest een officiële opdracht tot opname naar het college van regenten van de Godshuizen worden gestuurd. Deze kon afkomstig zijn van diakenen van het armbestuur, van het bestuur van een van de andere gestichten van de Godshuizen of van de Officier van Justitie.

In het archief Godshuizen Middelburg 1811-1948 bevinden zich de verzoekschriften tot plaatsing van personen in de gestichten over de periode 1821-1899. De verzoekschriften bevatten de naam, de leeftijd en het adres van de patiënt en de reden van opname. Het gaat om:

  • Verzoekschriften, inventarisnummers 180-196, 752-753 en 756

Registratie van geesteszieken

De geesteszieken, epileptici en personen met gedragsproblemen werden meestal in stamboeken ingeschreven en soms in zogenaamde ‘naamlijsten’. Het archief van de Godshuizen Middelburg 1811-1948 bevat:

  • ‘Contra-naamrol van het Simpelhuis over de periode 1818-1837, inventarisnummer 1180. In dit register worden vermeld: naam, leeftijd, geboortedatum, beroep, datum vestiging in Middelburg, namen echtgenoot/echtgenote, ouders en hun beroep, datum opname, voor rekening van, opdrachtgever, reden opname, aard verrichte werkzaamheden, overlijdensdatum, ontslagdatum.
  • Kopieboek van uitgaande brieven, waaronder halfjaarlijkse opgaven aan de Officier van Justitie van personen die in het Simpelhuis verpleegd worden, periode 1827-1845, inventarisnummer 1177. In dit register staan de namen van personen die wegens krankzinnigheid, vallende ziekte of wangedrag op last van de Officier van Justitie zijn opgenomen in het Simpelhuis
  • Staat van onder curatele gestelde en ten gevolge van rechterlijke vonnissen in het Simpelhuis geplaatste personen, 1840-1845, met bijlagen, inventarisnummer 1185. Het archiefstuk bevat namen van opgenomen personen, curatoren van de onder curatele gestelde personen en data van de vonnissen van de rechtbanken.
  • Register, gehouden ter voldoening van de wet van 29 mei 1841 (Staatsblad nr. 20) voor de bewaarplaats van krankzinnigen, bevattende namen en overige gegevens van de verpleegden in het Simpelhuis, periode 1842-1845, inventarisnummer 1186. Het register bevat: naam, geboortegegevens, woonplaats, godsdienstige gezindheid, beroep, huwelijkse staat van de opgenomen persoon, met toegevoegde gegevens over de persoon die de machtiging tot opname heeft gevraagd, data van machtigingen en vonnissen, gegevens over het ontslag.

Aangezien de Officier van Justitie gemachtigd was om personen te laten opnemen in krankzinnigengestichten zijn in het archief van de Arrondissementsrechtbank Middelburg archiefstukken met informatie over krankzinnigen te vinden:

  • Beschikkingen op rekesten waarbij de Officier van Justitie wordt gemachtigd personen te doen opnemen in krankzinnigengestichten, periode 1838-1937, inventarisnummers 989-992.

Het is echter gebleken dat beschikkingen betreffende krankzinnigen niet alleen voorkomen in bovengenoemde inventarisnummers, maar ook tussen de overige rekesten kunnen zitten. Op deze rekesten is door de rechtbank zelf een nadere toegang gemaakt, die verwijst naar de bovenstaande beschikkingen.

  • Register op de civiele rekesten, periode 1849-1942, inventarisnummers 656-666.
  • Beschikkingen op rekesten, periode 1838-1939, inventarisnummers 667-806.

Opvang buiten Zeeland vanaf 1845

Vanaf 1845 werden Zeeuwse psychiatrische patiënten buiten Zeeland verpleegd, aanvankelijk in Zuid-Holland en later ook in Noord-Brabant. In 1906 richtte een aantal hervormde gemeenten in Zeeland een psychiatrisch ziekenhuis op voor Zeeuwse zenuwzieken. De bosrijke omgeving van Halsteren in Noord-Brabant en de goede drinkwatervoorziening aldaar vormden goede omstandigheden voor locatie van het ziekenhuis, dat bekend was onder de naam Vrederust.

Tip Een overzicht van begraven Zeeuwen op de begraafplaats van de Stichting Vrederust te Bergen op Zoom 1900-1938 is gepubliceerd in Van Zeeuwse Stam 100 (maart 1998) p. 7-26.

Archief Godshuizen Middelburg 1811-1948

Raadpleeg de inventaris van het Archief Godshuizen Middelburg, periode 1811-1948.

www.zeeuwsarchief.nl

Archief Arrondissementsrechtbank Middelburg

Raadpleeg de inventaris van het Archief Arrondissementsrechtbank Middelburg

www.zeeuwsarchief.nl