Barbara Adriaens staat haar mannetje

De naam Barbara Adriaens zal weinig mensen wat zeggen. Toch is deze vrouw, wier wieg in Brouwershaven stond, meer dan de moeite waard om kennis mee te maken. Ze is namelijk één van de vele vrouwen die in de 17e eeuw de keuze maakt als man door het leven te gaan. Een keuze met grote gevolgen.

Barbara wordt op 1 december 1611 te Brouwershaven gedoopt als dochter van Cornelis Adriaense. De naam van haar moeder is onbekend.

Moeilijke jeugd

Over haar eerste jaren in Brouwershaven is niks bekend maar in 1624, ze is dan slechts dertien jaar oud, duikt ze op in Delft. Met verschillende gezelschappen heeft ze drie dagen achtereen het op een drinken gezet. Haar drankzucht heeft tot gevolg dat ze op aanraden van enkele vrienden in het Spinhuis wordt ondergebracht. In dit tuchthuis brengt Barbara haar dagen al spinnend door met als doel weer op het goede pad terecht te komen. Pas na twee jaar komt ze eruit en gaat op zoek naar werk.

Sfeerbeeld van een spinhuis.
Tekening van een spinhuis. Op de achtergrond mensen die tegen betaling het tuchthuis bezoeken (1637). Rijksmuseum, inv.nr.RP-T-1893-A-2789.

Ze gaat in Delft als dienstmeid aan de slag bij Willem Jans Pesser die als solliciteur verantwoordelijk is voor de betaling van soldij aan soldaten. Dit dienstverband is echter van korte duur want ze vertrekt al snel naar Aardenburg. In deze Zeeuwse garnizoensstad verblijft ze ook maar enkele weken waarna ze haar broer in Rotterdam opzoekt die haar nog geld schuldig is. De hereniging met haar broer verloopt allerminst hartelijk want ze wordt met een tang boven op haar ‘bekkeneel’ (hersenpan) geslagen. Ze besluit haar geluk te beproeven in Utrecht. Het is dan 1629.

In een klein dorpje in de buurt van Utrecht vindt haar fysieke transformatie van vrouw naar man plaats. Ze laat eerst haar ‘tuyten’ (vlechten) afknippen om vervolgens haar lange haren kort te knippen. Eenmaal in Utrecht aangekomen verkoopt ze haar vrouwenkleren en ruilt deze in voor mannenkledij. De reden dat Barbara tot deze beslissing komt is overigens niet uniek.

In de 17e eeuw zijn er honderden vrouwen geweest die verkleed als man door het leven gingen, vaak ingegeven om een beter leven te krijgen. In plaats van te werken als dienstmeid, of nog erger als prostituee, is het opeens mogelijk op de vloot (iets wat wordt bezongen in het liedje Daar was laatst een meisje loos) te dienen of als soldaat door het leven te gaan. Voor de laatste optie kiest Barbara.

Kleren maken de man

Barbara, nu door het leven gaand als Willem Adriaens, komt via Bodegraven uit in Gouda waar hij bij een soldaat navraagt of hij een baantje voor hem kan regelen waarop de soldaat bevestigend reageert. Willem wordt meegenomen naar Heusden alwaar hij ondergebracht wordt bij de compagnie van Willem van Nassau-Siegen, de gouverneur van Heusden. Elf maanden lang blijft hij werkzaam in deze vestingstad voordat Willem vertrekt naar Amsterdam. Al die maanden is het gelukt de transformatie geheim te houden. Ook in Amsterdam sluit hij zich aan bij een militaire compagnie.

Een man en vrouw zijn aan het dansen terwijl ze elkaars kleren aan hebben. De overgevende kat is er minder enthousiast over. Tekening door Adriaen van de Venne (ca.1620). British Museum, inv.nr.1978,0624.42.78.

In Amsterdam huurt Willem een kamer in het Hazenstraat, een smal straatje in de Jordaan. Op een zwoele zomeravond ergens in augustus 1632 hoort hij vanuit een herberg aan de overkant van het steegje muziek komen en besluit de herberg met een bezoekje te vereren. Eenmaal thuis komt Willem de hospita tegen die zegt dat hij niet verder hoeft te zoeken naar een leuke vrouw aangezien ‘zijselffs t’haren huyse wel een fraeye zuster genaemt Hilletje Jans hadde’. Hilletje is 21 jaar, afkomstig van het Duitse Bremen en verdient de kost door op straat groente te verkopen.

Huwelijk

Al snel na het eerste afspraakje blijkt dat Willem en Hilletje in elkaar geïnteresseerd zijn hoewel er niet veel ‘geliefkoost’ wordt. Desalniettemin geeft Hilletje kousen en schoenen cadeau en belooft Willem haar eeuwige trouw. Een dergelijke trouwbelofte wordt in de 17e eeuw gezien als geldig en juridisch bindend huwelijk: Willem en Hilletje hebben vrijwillig, wederzijds en voor het oog van God een belofte van trouw gedaan.

Op 28 augustus  1632 gaan ze in ondertrouw en na het doorstaan van de drie huwelijkse afkondigingen in de kerk worden Willem en Hilletje door de predikant Eleazar Swalmius, die blijkbaar ook niet weet wie voor hem staat, op 12 september in de Nieuwe Kerk in de echt met elkaar verbonden.

Ondertrouwakte van 28 augustus 1632 met de ondertekening ‘Wylm Arryyaens Soen’. In de kantlijn is nadien ‘alias Barbar Adriaense’ toegevoegd. Hilletje is het schrijven onmachtig en gebruikt een merkje.

Te doen gebruikelijk wordt na het ‘ja-woord’ op dezelfde dag het huwelijk geconsumeerd maar dat is voor Willem vanzelfsprekend een probleem. Hilletje probeert op de eerste avond Willem ‘te bekennen’ maar hij veinst dat hij pokken heeft en dat geslachtsverkeer daardoor onmogelijk is. Daarbij verkeert hij in een bedwelmde staat door de inname van flinke hoeveelheden alcohol, een terugkerend probleem van Willem.

Hilletje laat zich in eerste instantie niet uit het veld slaan maar na verloop van tijd begint de twijfel toe te slaan. In de periode dat ze samen zijn, heeft Willem weliswaar naar haar boezem en lichaam getast maar zonder grote ‘vehementie’ (onstuimigheid). Hoewel ze met Willem in bed heeft gelegen weet ze niet ‘off zij te hoogh of te laegh getast hadde’.

off zij te hoogh of te laegh getast hadde

— Hilletje Jans

Aan alle twijfel komt een eind als Hilletje gewaarschuwd wordt door een vrouw die ooit met Willem op een kamer heeft geslapen in de periode dat hij nog in ‘vrouwenhabijten’ door het leven ging. Ondanks dit nieuws besluit Hilletje het niet aan de grote klok te hangen door ‘de opspraecke’ die daaruit zou kunnen voortvloeien.

Barbara komt als man zo overtuigend over dat de dienstdoende klerk, belast met het opschrijven van het verhoor, af en toe een schrijffout maakt. Het woord ‘hij’ is verbeterd in ‘zij’.

Ontmaskering en gevolgen

Korte tijd later, na een dag hard werken, komt Hilletje thuis maar treft Willem niet aan. Na een korte zoektocht treft ze hem weer eens aan in de herberg waar de alcohol rijkelijk vloeit. Ze smeekt hem mee naar huis te gaan maar de in benevelde toestand verkerende Willem repliceert: ‘geefft negen duyts, zoo zult ghij mede drinken’.

Hilletje heeft hier geen trek in en gaat richting uitgang maar wordt door Willem op de rug geslagen met zijn hoed. Hilletje ontsteekt in grote woede en schreeuwt: ‘die slagh zal u rouwen’! Ze stormt de straat op en onthult de ware aard van Willem met een groot burengerucht tot gevolg. Enkele dienders van de schout komen met gezwinde spoed op het lawaai af en halen Willem uit de herberg. Door schout en schepenen wordt Willem op 19 oktober 1632 verhoord. Amsterdam is in rep en roer door het nieuws dat letterlijk in de straten wordt gezongen.

  • Het verhoor van Willem Adriaens op 19 oktober 1632 door de schout en schepenen van Amsterdam. Stadsarchief Amsterdam, Archieven van de Schout en Schepenen (toegang 5061), inv.nr.299.

  • Het verhoor van Willem Adriaens op 19 oktober 1632 door de schout en schepenen van Amsterdam. Stadsarchief Amsterdam, Archieven van de Schout en Schepenen (toegang 5061), inv.nr.299.

  • Het verhoor van Willem Adriaens op 19 oktober 1632 door de schout en schepenen van Amsterdam. Stadsarchief Amsterdam, Archieven van de Schout en Schepenen (toegang 5061), inv.nr.299.

    Barbara bezongen

    Het nieuws van de dag wordt op straat al zingend aan de man gebracht. Populaire liedjes worden in druk uitgebracht en als ‘vliegende blaadjes’ te koop aangeboden (circa 1630). Rijksmuseum, inv.nr.RP-P-BI-4215.

    Naar aanleiding van het nieuws klimmen de liedjesschrijvers in de pen. Een liedje dat geschreven wordt heeft de titel Aerdig en niet min waerachtig lied van een splitruyter waarin het hele verhaal wordt bezongen. Het feit dat Barbara zich als man heeft voorgedaan is niet eens zo heel erg, dat gebeurde immers vaker, maar het bespotten van de ‘Goddelijcke instellinghe van ’t heijlich houwelijck’ is onvergeeflijk. Iets wat terugkomt in de tekst van het liedje:

    Soo in weesen als in dracht
    Tot een schant en smaet van haer Geslacht

    Dergelijke vergrijpen worden doorgaans bestraft met een lijfstraf of nog erger maar Barbara heeft geluk dat in oktober 1632 de Hertogin van Bouillon de stad Amsterdam met een bezoekje vereert. Op haar recommandatie (voorspraak) komt Barbara er nog genadig vanaf. Het vonnis van 23 oktober 1632 luidt:

    “Barbara Adriaens van Brouwershaven, oud 21 jaren, alsoo sij haer enige jaren geleden in mans klederen gesteecken ende op de naem van Willem Adriaenss. als soldaet in ’s lands dienste begeeven heeft, ende haer daernae niet ontsien, op de voorss. naem seeckere Hilletje Jans openbaer in de Kercke als een man te trouwen, is daerover bij Schepenen, nae voorgaende recommandatie van de Hartoginne van Bouillon, zijnde alsdoen hier ter stede, gebannen uyt deser stede, ende de vrijheyd van dien, een mijl in ’t ronde, den tijd van vier ende twintich jaeren, op pene van ’t Spinhuis.”

    Hardleers

    Barbara wordt direct na het uitspreken van het vonnis uit de stad verbannen, hoongelach onderweg naar de stadspoort valt haar ten deel. Je zou verwachten dat Barbara haar lesje wel heeft geleerd maar in 1636 gaat ze weer in de ‘fout’. In manskleren gestoken wordt ze in het Friese Bolsward opgepakt omdat ze een vrouw uit Workum, Alke Peter, heeft ‘gevreeën’ en getrouwd.

    Waarom Barbara is overgegaan tot haar verkleedpartijen is niet helemaal duidelijk. Wellicht werd ze door haar lesbische gevoelens genoodzaakt maar het is dan vreemd dat ze Hilletje enigszins op fysieke afstand heeft gehouden. In het verhoor in Amsterdam geeft ze overigens aan dat ze ‘noyt van eenigh manspersoon vleysschelijck bekeurt is geweest’.

    De kerk van Workum alwaar Barbara voor de tweede maal in het huwelijksbootje stapte. Beeldbank RCE, inv.nr.41.989.

    De rechterlijke macht in Groningen is onwrikbaar en niet gevoelig voor het verhaal van Barbara. Ze wordt op 31 mei 1636 veroordeeld voor eeuwige verbanning uit Stad en Ommelanden van Groningen. Na deze veroordeling verdwijnt Barbara uit beeld.

    Het verhaal van Barbara Adriaens, dochter van Brouwershaven, is uniek te noemen. Het komt in de 17e en 18e eeuw weliswaar vaker voor dat vrouwen zich als man verkleden, maar het komt zelden voor dat ze in het huwelijksbootje stappen. De beroemdste spruit van Brouwershaven, Jacob Cats, schrijft in zijn Trou-ringh (1637) over het verhaal van Barbara ‘daer ick voor desen noyt af en hebbe gehoort, noch oock gelesen’. Het is duidelijk dat Barbara in haar leven, ondanks alle tegenspoed, haar mannetje stond.