In de gevangenis

De kans dat je een voorouder in een gevangenisarchief aantreft is niet denkbeeldig. Een ‘zware misdadiger’ hoefde men daarvoor niet te zijn. Vroeger ging de rechterlijke macht snel over tot het opleggen van vrijheidsstraffen. Bovendien gaven veroordeelden vaak de voorkeur aan een gevangenisstraf boven het betalen van een boete.

Een verdachte van een strafbaar feit werd in voorlopige hechtenis of bewaring genomen. Wie veroordeeld werd, moest zijn straf ondergaan. In de moderne tijd zijn de belangrijkste straffen de geldboete en de vrijheidsstraf. Lijfstraf of verbanning kennen we niet meer, maar wel de werkstraf. De geldboete vormt de lichtste straf. Gevangenisstraf stond en staat op misdrijven en wordt ten uitvoer gelegd in gevangenissen.

Gevangeniswezen vanaf 1811

In 1811 werd in heel Nederland het Franse model voor het gevangeniswezen ingevoerd. Men maakte onderscheid tussen (nog) niet veroordeelde of kortgestrafte personen en langer of zwaargestraften.

De kortgestraften of niet‑veroordeelden verbleven in een politiehuis: een huis van arrest of huis van justitie.

De langer of zwaargestraften werden opgesloten in een verbeterhuis: een huis van correctie ofwel tuchthuis.

In 1821 was er een reorganisatie van het gevangeniswezen. Men maakte een striktere scheiding tussen langer gestraften, die werden opgesloten in een strafgevangenis, en de overige gedetineerden die naar een huis van verzekering gingen.

Het in 1886 ingevoerde nieuwe Wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen misdrijven en overtredingen. Op misdrijven stond als straf opsluiting in een strafgevangenis, op overtredingen verblijf in een huis van bewaring (hechtenis).

Vanaf 1886 ontstonden bijzondere strafinstellingen, namelijk voor personen die langer dan vijf jaar straf kregen, voor mensen boven de 60 jaar en voor kinderen onder de 18 jaar. Ook een maatregel als plaatsing in een krankzinnigengesticht was sinds 1886 mogelijk. De terbeschikkingstelling (TBS) in een ‘rijksasyl’ of particuliere inrichting bestaat sinds 1925.

Zoeken in Zeeuwen Gezocht

In Zeeuwen Gezocht zijn meer dan 115.000 inschrijvingen van personen opgenomen die in de periode 1812-1931 in een Zeeuwse gevangenis hebben gezeten.

Een oude man met hoge hoed kijkt in de camera.

Gedetineerden

Zoek direct naar gedetineerden in Zeeuwen Gezocht, de personendatabase van het Zeeuws Archief.

www.zeeuwsarchief.nl

Inschrijvingsregisters

De belangrijkste bron voor onderzoek naar in voorarrest zittende of gestrafte voorouders zijn de inschrijvingsregisters van de strafinrichtingen in Zeeland. De archieven van de Zeeuwse strafinrichtingen zijn beschreven in één verzamelinventaris Strafinrichtingen Zeeland, 1809-1973. De inschrijvings- en signalementsregisters van de Zeeuwse gevangenissen bevinden zich in de archieven van de toezichthoudende colleges over de strafinrichtingen te Goes, Hulst, Kortgene, Middelburg, Oostburg, Sluis, Terneuzen, Vlissingen en Zierikzee.

Ook in de archieven van de strafinrichtingen bevinden zich de notulen en correspondentie van de besturen (colleges van regenten). Hierin vind je meer gegevens als er met een gedetineerde iets bijzonders aan de hand was zoals misdragingen of ziekte.

Persoonlijke informatie

Afhankelijk van de soort inrichting vind je in een inschrijvingsregister een schat aan informatie:

  • ouderdom of geboortedatum
  • geboorteplaats
  • woonplaats
  • beroep
  • echtelijke staat
  • godsdienst
  • namen, woonplaatsen en beroepen van ouders
  • delict en data
  • opmerkingen over de opneming en het vertrek

Daarnaast wordt meestal ook het signalement van de ingeschrevene genoemd, ofwel in de inschrijvingsregisters zelf ofwel in afzonderlijke signalementsregisters.

In de kolom ‘opmerkingen’ tref je incidenteel aantekeningen omtrent strafvermindering, overplaatsing of overlijden.

  • Via ‘Zeeuwen Gezocht’ kun je zoeken in de index op de inschrijvingsregisters van de Zeeuwse strafinrichtingen. Zo vind je ook David de Keur. In 1868 komt hij in de registers van drie strafinrichtingen in Goes voor: het Huis van Bewaring (nr 85/211), het Huis van Arrest (nr 81/70) en de Strafgevangenis (nr 54/187). Het eerste nummer betreft het register, het tweede zijn inschrijving in het register.

  • Op 18 juli 1868 wordt David op last van de Officier van Justitie in Goes vastgezet in het Huis van Bewaring op beschuldiging van diefstal. De cipier registreert hem onder nummer 211 in het inschrijvingsregister. Zo kom je onder andere te weten dat David 22 jaar geleden is geboren in Goes, ongehuwd is, lager onderwijs heeft genoten en een grote neus, bruine ogen en blond haar heeft. Enkele dagen later, nadat de rechtbank zijn gevangenhouding heeft bekrachtigd, wordt hij overgebracht naar het Huis van Arrest.

  • Op 23 juli 1868 wordt David overgeplaatst naar het Huis van Arrest om daar zijn rechtszaak af te wachten. Omdat alle strafinrichtingen in Goes in hetzelfde gebouw gehuisvest waren, was dit een zuiver administratieve overgang. Hij bleef, zoals uit de rechterkolom van de inschrijvingsregisters blijkt, gewoon in cel 19 in voorarrest zitten. Zijn gedrag in het Huis van Arrest was goed. In kolom 9 is aangetekend dat de Arrondissementsrechtbank te Goes op 14 september vonnis wees. Met die informatie kan je de speurtocht voortzetten in het archief van de Arrondissementsrechtbank Goes.

  • Dankzij de vermelding van de vonnisdatum in het inschrijvingsregister, 14 september 1868, kan je direct verder zoeken in het archief van de Arrondissementsrechtbank Goes. Uit het vonnis kom je meer te weten over de achtergronden van de diefstal. David had in de nacht van 7 op 8 juli 1868 met zijn mes het slot geforceerd van een kantoorgebouw in Hansweert. Vervolgens had hij hieruit ‘arglistig’ twee halve flessen rode wijn en een halve kan cognac weggenomen. Maar dat was nog niet alles. Een week later had hij ook nog een Engels zilveren horloge met koperen kast gestolen uit een woning in Wilhelminadorp. Beide keren was hij door een rijksveldwachter betrapt. Tijdens de terechtzitting bekent David. De rechtbank acht alles ‘wettig en overtuigend bewezen’, verklaart David schuldig en veroordeelt hem tot een gevangenzetting van één jaar, ‘te ondergaan in eenzame opsluiting’. Het vonnis omvat zeven pagina’s, drie zijn er hier te zien. Nog dezelfde dag wordt David opgesloten in de Strafgevangenis.

  • Direct na de uitspraak op 14 september wordt David opgesloten in de Strafgevangenis. De vermelding in het inschrijvingsregister kon je al vinden via de index, maar ook in het inschrijvingsregister van het Huis van Arrest wordt hiernaar verwezen (‘overgebracht naar register no 5 op no 187’). De cipier tekent aan dat David nog maar voor de eerste maal veroordeeld is. Hij wordt vastgezet in cel 38 en ook hier is zijn gedrag goed. Precies een jaar later, op 14 september 1869, wordt hij op last van de Officier van Justitie uit de Strafgevangenis ontslagen. Hopelijk is David zelf na dit jaar een stuk wijzer geworden, in ieder geval levert deze misstap zijn nazaten een interessante bron voor secundair genealogisch onderzoek op.

    Informatie over de veroordeling

    In de registers van de gevangenissen vind je bovendien gegevens over de veroordeling van de gevangene:

    • de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis uitsprak
    • de datum van veroordeling
    • de duur van de straf

    Met deze informatie heb je een rechtstreekse ingang in de archieven van het betreffende gerecht, zowel in de series vonnissen als processen‑verbaal van de terechtzittingen.

    Houd er rekening mee dat deze series meestal zijn geordend op de datum van aanvang van het proces en die is vaak een à twee weken vóór de in het inschrijvingsregister genoemde vonnisdatum.

    Voorbeeld: 5x Izaak Luteijn

    Beschikbaarheid

    De archieven van de strafinrichtingen in de provincie Zeeland berusten in het Zeeuws Archief. Helaas zijn de archieven niet volledig bewaard gebleven. In het overgrote deel van de Zeeuwse gevangenisarchieven beginnen de inschrijvingen van gedetineerden pas in 1842 met de ingebruikneming van een nieuw type registers. Alleen van de instellingen in Middelburg zijn registers beschikbaar vanaf 1811.

    Inschrijvingsregisters gedigitaliseerd

    In Zeeuwen Gezocht zijn meer dan 115.000 inschrijvingen van personen opgenomen die in de periode 1812-1931 in een Zeeuwse gevangenis hebben gezeten. Deze inschrijvingen zijn afkomstig uit de inschrijvingsregisters van Zeeuwse strafinrichtingen. Deze inschrijvingsregisters zijn gedigitaliseerd en zijn behalve via Zeeuwen Gezocht ook te raadplegen via de archiefinventaris Strafinrichtingen Zeeland, 1809-1973 (toegang 254).

    Zoals al is aangegeven kan een persoon gedurende zijn strafproces zijn overgeplaatst. De meest relevante vermeldingen zijn die van de inschrijvingsregisters.

    Het zoeken naar een voorouder die in Zeeland in een strafinrichting heeft gezeten is voor de periode 1812‑1920 heel eenvoudig. Alle personen die voorkomen in de bewaard gebleven inschrijvingsregisters zijn opgenomen in een index. Bij iedere persoon staat een verwijzing naar het nummer van het betreffende register en het volgnummer waaronder de persoon in het register is ingeschreven.

    Een persoon kan in deze index overigens meerdere keren voorkomen als gevolg van hetzelfde strafbare feit: eerst de inschrijving in het huis van bewaring en na de veroordeling de inschrijving in de strafgevangenis. Ook eventuele tussentijdse overplaatsingen ‑ bijvoorbeeld omdat iemand elders was opgepakt of wegens cellentekort ‑ leidden vaak tot meerdere inschrijvingen. Dankzij de index en de onderlinge verwijzingen in de registers kunnen we iemand gedurende zijn opsluitingen nauwkeurig volgen.

    Strafvonnissen 1811-1838

    In Zeeuwen Gezocht zijn de namen van 8921 namen opgenomen van mensen die in de periode augustus 1811-september 1838 moesten voorkomen voor het Hof van Assisen of één van de rechtbanken van eerste aanleg in Zeeland. De in Zeeuwen Gezocht vermelde datum is de datum van het vonnis. Verder biedt Zeeuwen Gezocht gegevens over woonplaats, beroep, aanklacht (alleen bij het Hof van Assisen), en gegevens over de bijlagen bij het dossier. Zaken in appèl betreffen hoger beroep tegen een vonnis van een lagere rechtbank, in dit geval de vrederechter.

    Bedelaars en landlopers

    Tussen 1822 en 1826 werden veroordeelden wegens bedelarij en landloperij uit geheel Nederland opgesloten in Veere en Hoorn. In Veere kwamen zij terecht in het Provinciaal Werkhuis, dat was gevestigd in de daartoe omgebouwde Grote Kerk. In 1826 werd het werkhuis gesloten en bracht men de bewoners over naar Ommerschans in Overijssel en Hoorn. Vanaf 1827 vind je bedelaars en landlopers in principe in de bedelaarskolonies Ommerschans, en Veenhuizen in Drenthe.

    In het Nationaal Archief te Den Haag kun je in de archieven van het Ministerie van Justitie of Binnenlandse Zaken nagaan of er verzoeken tot gratie of strafvermindering zijn gedaan in de periode 1813‑1823 en 1842‑1917. Vooral in de periode vóór 1886 vroegen veel veroordeelden strafvermindering aan.

    Openbaarheidsbeperking

    Niet alle stukken uit de archieven van strafinstellingen zijn zonder meer ter inzage. Stukken betreffende nog levende personen mogen in principe wegens bescherming van de privacy niet worden geraadpleegd. Het Zeeuws Archief houdt een beperking van de openbaarheid aan van 75 jaar.

    Literatuur

    • R.J.F. van Drie, ‘Gevangen voorouders. Onderzoek in negentiende‑eeuwse gevangenisarchieven’, in: Jaarboek CBG 45 (1991) 206‑248. Algemene informatie biedt: H. Franke, Twee eeuwen gevangen. Misdaad en straf in Nederland (Utrecht 1990).