Bombardementen op de dijken van Walcheren

Vliegtuigen van de Britse Royal Air Force bombardeerden tijdens de Tweede Wereldoorlog in oktober 1944 de dijken van Walcheren. Het doel was de Schelde en daarmee de haven van Antwerpen veilig te stellen voor het aanvoer van geallieerde troepen. Walcheren werd onder water gezet voor de bevrijding van Europa.

Het eerste bombardement werd uitgevoerd op 3 oktober 1944 op de dijk bij Westkapelle, hierbij verloren vele bewoners hun leven. Het laatste bombardement was op 24 oktober op de schutsluizen bij Vlissingen. De inundatie van Walcheren was een feit.

Bericht van 13 november 1944 in de Australische krant The Mercury. Bron: National Library of Australia

De bevrijding van Walcheren begon op 1 november 1944. Op 8 november was het eiland in handen van de geallieerden. De Duitse bezetter was verslagen, het eiland Walcheren vormde geen bedreiging meer – niet militair en niet strategisch. “Het kan nu ten onder gaan in zee”, concludeerde een verslaggever van de Australian Associated Press.

Gaten in de zeedijken

Aanvankelijk steeg het water niet zo snel na de eerste bombardementen op de zeedijken van Walcheren in 1944. De geallieerden gingen daarom door en bombardeerden de dijken op vier plaatsen. De zee maakte het werk af. Eb en vloed sleten de dijkgaten verder uit tot in november circa 80% van Walcherens landerijen onder water stonden.

Geallieerde vliegtuigbommen sloegen op vier plaatsen gaten in de zeedijken van Walcheren:

1. Westkapelle — groot aantal doden

De dijk bij Westkapelle werd voor het eerst gebombardeerd op 3 oktober 1944. Het bombardement eist 152 levens, bijna 7 procent van de totale dorpsbevolking. Het dijkgat was circa 500 meter breed, in juni ’45 600 meter. De grootst gepeilde diepte bedroeg 17,60 meter onder NAP. Het dijkgat bij Westkapelle werd gedicht op 12 oktober 1945.

2. Vlissingen / Nolledijk — dijk brak opnieuw

De Nolledijk in Vlissingen werd 7 oktober 1944 voor het eerst gebombardeerd. Het dijkgat werd circa 250 meter breed, in juni ’45 350 meter. De grootst gepeilde diepte bedroeg 11,30 meter onder NAP. Het dijkgat werd 3 september 1945 gedicht. De dijk brak echter op 25 september en werd opnieuw gesloten op 2 oktober 1945.

3. Vlissingen / Fort Rammekens — diepste gat, pas in 1946 dicht

De dijk bij Vlissingen ten oosten van het Kanaal door Walcheren werd evenals de Nolledijk voor het eerst gebombardeerd op 7 oktober 1944. Het dijkgat bij Fort Rammekens werd circa 700 meter breed, in juni ’45 750 meter. De grootste gemeten diepte bedroeg 24,50 meter onder NAP. Een poging de dijk 1 december 1945 te sluiten mislukte. De poging op 5 februari 1946 was wel succesvol.

4. Veere — breedste dijkgat

De dijk bij Veere werd 11 oktober 1944 gebombardeerd. Het dijkgat was circa 650 meter breed, in juni ’45 975 meter. De grootste gemeten diepte bedroeg 20 meter onder NAP. Het dijkgat werd gedicht op 23 oktober 1945

Geallieerde bommen sloegen op vier plaatsen gaten in de dijken van Walcheren. Zeeuws Archief, Archief Dienst Droogmaking Walcheren inv.nr 279A

Erger dan St. Elisabethsvloed

Vanuit binnen-en buitenland werd de inundatie en de droogmaking van Walcheren met grote belangstelling gevolgd.

Hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in Zeeland, ingenieur P. Ph. Jansen, gaf in 1945 een lezing over de inundatie in Antwerpen. Hij vertelde zijn publiek hoe op Walcheren na de bevrijding met lede ogen moest worden aangezien “hoe in de [dijk]gaten diepe kanalen ontstaan, die langzaam maar zeker verder landinwaarts trekken en verbinding zoeken met de waterlopen op het eiland.” Die kanalen groeiden uit “tot hele rivierenstelsels, waarin de stroom 4 maal daags van richting wisselt en steeds meer grond wegvreet”.

Op Walcheren konden de inwoners niets doen om het water tegen te houden, ze stonden letterlijk met lege handen. Jansen: “Want niets is meer te krijgen, nadat de Duitsers hier 4 ½ jaar hebben huisgehouden. Geen schop, geen kruiwagen, geen touw, geen ijzerdraad, geen werkkleren, geen schoenen of waterlaarzen, geen fietsbanden, niets helemaal niets kan men bekomen.”

Jansen vergeleek in zijn toespraak de inundatie van Walcheren met de St. Elisabethsvloed van 1421 en beweerde dat de eerste, in zijn beginstadium, veel ernstiger was. “Walcheren ligt niet alleen onmiddellijk aan zee, doch tevens komt daar de grootste getijwerking van ons land voor, dat is dus het grootste tussen hoog- en laagwaterstand. Dat getijverschil is ongeveer 4 meter en veroorzaakt die enorme stromingen door de gaten in de dijk. Bovendien ligt het terrein op Walcheren in het jaar 1944 gemiddeld lager dan in de Zuid-Hollandse Waard in 1421, zodat het water veel gemakkelijker binnenvloeit.”

Walcheren onder water in 1945. Prent door J. Melse. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata III-1250.

Archief Dienst Droogmaking Walcheren

Voor de droogmaking van Walcheren werd begin 1945 de Dienst Droogmaking Walcheren (DDW) opgericht. Het Archief DDW is een formidabele bron voor onderzoek naar het dichten van de dijken.

www.archieven.nl