Transcriptie aanvraag extra uitkering

Transcriptie van een verzoek om een extra uitkering door Hans Fraem. De aanvraag werd 9 april 1600 door de Raad van de Admiraliteit in Zeeland behandeld.

Transcriptie: Jan-Willem Besuijen

Zeeuws Archief, Archief Rekenkamer C, acquitten bij C6340, 7e summa, f. 841r.
Een scan van de brief bevindt zich in de Gids ‘Admiraliteit in Zeeland’: Pensioenen aan verminkten VI

[f.841r]

Edele erntfeste Mogende heeren myn
heeren den Gecommitteerde Raden ter
Admiraliteyt in Zeelant

Verthoont met alder ootmoet ende reverentie Uwer Edelen onder-
danighe dienaer Hans Fraem van Hamborch dat alzoo het
traictement van zes ponden grooten tsjaers hem by Uwer Edelen tot
zyn onderhout toegeleyt over een quartier jaers, te weten van den
Ien januarii XVICI, is verschenen, hy suppliant Uwer Edelen zeer oot-
moedelick zoude bidden ende begeeren dat Uwer Edelen soude believen
hem het verschenen jaer met het quartier jaers te laeten ont-
fanghen alsoo hy ’tselve nu zeer grootelickx van doene heeft
ende dat het volgende jaer soude moghen ingaen van Paesschen
naestcommende, ’twelck hem veel bequamelicker sal commen,
dewyle hy geschickt heeft naer syn lant te trecken, hoopende dat
Godt hem boven hetgene Uwer Edelen heeft belieft hem toe te
leggen noch eenige ander bequaemheyt zal verleenen ende
alsoo hy suppliant dese voorleden winter te Zirixzee met
grooter zieckten heeft gelegen zoo hebben hem eenige goede
luyden wat moeten verschieten ofte leenen tot syn onderhout
overmits het hem niet mogelick en was met syn voors.
gaige in zyn cranckheyt hem te onderhouden, daeromme
keert hy hem zeer ootmoedelick aen Uwer Edelen, biddende dat Uwer Edelen
gelieve hem te gonnen eenige cleyne vereeringe ofte
gifte boven syn traictement, opdat hy de goede luyden
zoude mogen voldoen als ’t betaemt, ende temeer is
hy sulcx verzoeckende omdat hier een zeker steltemaker is
die hem belooft heeft een zoodanigen houten been te maken
daerop hy bequamelick sonder groote pyne sal connen
gaen, hetwelcke oock niet en can geschieden sonder zynen
cost. Derhalven bidt hy suppliant Uwer Edelen andermael seer
ootmoedelick om sulcx als voorschreven is, gemerckt hy de
macht niet en heeft om dat te betaelen, noch syn reyse,
die hem zeer moeylick ende swaer zal vallen, te volbryngen.
Dit doende, zult een werck van barmherticheyt doen etc.

In de marge: Soveel aengaet de
vyf quartieren verschenen
pensioens, sal hem de
suppliant addresseren aen
d’heer tresorier Valcke,
denwelcken oock gheor-
donneert wort hem
daerenboven noch te
advanceren de dry
quartieren, verschynende
den lesten decembris
naestcomende, bedraghende
tsamen ter somme van
twaelf ponden Vlaems.
Ghedaen in ’t Collegie
van der Admiraliteyt tot
Middelburch den IXen
aprilis anno XVIC-
endeëen. Renesse vidit.

Ter ordonnantie
van den voors. Rade

Adriaen Nicolaï

Registrata folio IICXXX

Ic, Hans Fraem, verminct, bekenne van den
heer tresorier Valcke ontfangen te hebben
de somme van twaelff ponden Vlaems over twee
jaeren pensioens, vervallen den lesten decembris 1601.
Des t’oirconde desen geteyckent opten Xen
aprilis 1601.

Hans Fraem

In de marge: 12 £