Auteur Elisabeth Leijnse geeft zaterdag 4 november 2017 voor het Zeeuws Archief de lezing ‘Ja, mirakels bestaan nog’. Ze vertelt over Cécile en Elsa, de strijdbare freules uit het einde van de negentiende eeuw, de hoofdpersonen uit haar gelijknamige bestseller. De feministische zussen maakten het verschil in vrouwenemancipatie in Nederland. Daarnaast gaat ze in op haar ervaringen met archieven en archiefonderzoek.
Gevraagd naar het (archief)onderzoek voor het boek zegt ze: “Wonderbaarlijke dingen heb ik meegemaakt. Het lot is me heel gunstig gezind geweest. Wat is nu de kans dat een kist met archiefmateriaal opduikt, een week voor mijn komst? Miraculeus. Die familie wist niet dat die kist bestond. Als ik eerder aan het boek was begonnen had ik dat gemist. Als ik later was begonnen dan was het materiaal verspreid geraakt. Het kwam als uit de hemel gevallen.”
Elsa’s leven in een 38-delig dagboek
Elisabeth Leijnse (1961) werkt als hoogleraar letterkunde aan de Universiteit van Namen. Ze promoveerde op Symbolisme en nieuwe mystiek in Nederland voor 1900. Een onderzoek naar de Nederlandse receptie van Maurice Maeterlinck (1995). Maeterlinck was een Belgisch dichter, toneelauteur, essayist en vertaler. Hij schreef zijn werk in het Frans en ontving in 1911 de Nobelprijs voor Literatuur. Bij haar onderzoek kwam Leijnse een verwijzing naar de dagboeken van Elsa de Jong van Beek en Donk tegen.
Nieuwsgierig naar de levens van Elsa en haar zus Cécile ging Leijnse op zoek én met resultaat. Ze legde contact met de familie en spoorde zelf een nazaat op en kreeg de beschikking over een kist vol familiearchief en de dagboeken van Elsa. “Die dagboeken van Elsa zijn heel bijzonder. Het zijn 38 delen, die Elsa’s leven van geboorte tot dood vastleggen. Haar moeder is met de dagboeken begonnen. Ze deed dat heel gedetailleerd volgens de methode van Fröbel (Friedrich Fröbel was een Duits opvoedkundige). Elsa’s sterven werd op haar eigen verzoek vastgelegd door haar dochter.”
Tussen de soep en de patatten door
Leijnse schreef Cécile en Elsa met een baan als hoogleraar en de zorg voor een tweeling naar eigen zeggen “tussen de soep en de patatten door”. Ze werkte 12 jaar aan het boek en behield tot het laatst de regie over haar werk. “Op het einde wilde ik het niet uit handen geven. Dat komt zo: ik zag dat het een goed boek kon worden, voor een groot publiek. De laatste twee jaar heb ik, tegen de zin van de uitgever in, aan de eindredactie gewerkt. Elke keer een nieuwe versie maken. Details die niet relevant zijn eruit gooien. En de tekst eindeloos opnieuw lezen alsof je het voor het eerst leest. Ik ken het boek uit mijn hoofd. Dat klinkt arrogant, maar het is echt zo; ik weet dat een detail op blz. 35 van belang is op blz. 106. De lijnen in de tekst heb ik in drie dimensies uitgewerkt.”
Het resultaat is een prijswinnende bestseller. Leijnse won met Cécile en Elsa, strijdbare freules in 2016 zowel de Erik Hazelhoff Biografieprijs als de Libris Geschiedenis Prijs. “Een boek dat niet alleen serieus is, maar ook weldadig goed geschreven.”, berichtte de NRC in: Feminist dankzij de literatuur.
Lezing voor het Zeeuws Archief
Voor het Zeeuws Archief vertelt Elisabeth Leijnse zaterdag 4 november 2017 het verhaal van Cécile en Elsa en gaat ze in op het archiefonderzoek. Leijnse: “Ik vraag me altijd af: ‘Leeft dat materiaal, zit er vibratie in?’.”
De lezing wordt georganiseerd door de Stichting Vrienden van het Zeeuws Archief, en is mede mogelijk gemaakt door de Drvkkery.
Kaarten zijn alleen verkrijgbaar bij de balie van het Zeeuws Archief. Entree: 5 euro per persoon, gratis voor Vrienden van het Zeeuws Archief en hun introducés.