Zeeland in beeld - Toneelstuk over oplichter stonk zelf ook

In de rubriek Zeeland in beeld lichten we wekelijks tot de verbeelding sprekende, actuele of ronduit spectaculaire beelden uit de Beeldbank van het Zeeuws Archief uit. Deze week: toneelstuk over meesteroplichter in Brouwershaven bleek uitgevoerd zonder dat er geld voor was.

‘Brouwershaven. Markt. Viering 700jarig bestaan. Opvoering toneelstuk over Cato Kamerling.’ Dat is de formele beschrijving van deze foto, opgenomen in de Beeldbank van het Zeeuws Archief.

Brouwershaven. Markt. Viering 700-jarig bestaan. Opvoering toneelstuk over Cato Kamerling. Foto:
Zeeuws Archief, Albums Schouwen-Duiveland, nr A-0929

Brouwershaven werd rond 1285 gesticht, nu 740 jaar geleden. Het 700-jarig bestaan van de ‘smalstad’ werd vier decennia terug gedurende de hele zomer uitbundig gevierd.

Een van de hoogtepunten was de vertoning van het toneelstuk ‘Johannes Cato Kamerling’. Het werd opgevoerd door de Brouwse Toneelgroep en uitgezonden in het televisieprogramma Van gewest tot gewest.

De afbeelding is onderdeel van het fotoplakboek ‘Brouwershaven 700 jaar’, gemaakt door Ds. Schneider (toen predikant van de Hervormde Gemeenten van Brouwershaven en Zonnemaire).

Pseudoniem

Het toneelstuk zelf ging over de activiteiten van oplichter Abraham Magaris (1721-1792).

Magaris was geboren in Middelburg. Na een korte opleiding werd hij scheepschirurgijn van de West-Indische Compagnie.

In 1741 werd hij wegens oplichterij gebrandmerkt en gevangengezet in Rotterdam. Hij beterde zijn leven daarna niet, want hij dook onder valse namen op in allerlei steden. Steeds weer bezondigde hij zich aan allerlei criminele vergrijpen.

Uiteindelijk belandde hij in 1764 in Brouwershaven, onder pseudoniem van Johan Cato Kamerling. Hij gaf zich uit voor doctor in de geneeskunde. Met valse papieren, een fatsoenlijk voorkomen en innemendheid wist hij de bevolking voor zich te winnen.

Meekrap

Hij kon het ook goed vinden met burgemeester Van der Bijl en vooral diens dochter Cryna. In 1764 trouwde hij met haar. Uit het huwelijk kwam een kind voort.

De burgemeester stelde zijn nieuwe schoonzoon aan als zijn belangenbehartiger in de meekraphandel. Uiteindelijk bleek dat ‘Cato’ toch niet helemaal was wat iedereen dacht: toen hij had gesjoemeld met de meekraphandel, werd zijn verleden onderzocht en viel hij door de mand.

Abraham Magaris (1721-1792), alias Cato Kamerling, heelmeester en falsaris, sinds 1765 gedetineerd in het tuchthuis te Middelburg, achter tralies, met een spotwapen. Bron:
Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, deel IV, nr 608

Rasphuis

Abraham Magaris werd op 15 november 1765 opnieuw gebrandmerkt, kreeg er stevig met een geselroede van langs op het schavot en werd gevangengezet in het Rasphuis in Middelburg.

Het huwelijk met Cryna van der Bijl was alleen al vanwege zijn valse naam niet langer wettig en werd ontbonden verklaard.

Tijdgenoot Daniel Viergever schreef als secretaris van Brouwershaven een relaas over de ‘Deugniet en Rasphuis-Boef’ in een boekje, getiteld De Schijndeugd op het tweede schavot.

Het doel was duidelijk: ’ter getrouwe waarschouwing voor alle brave juffers, gegoede jonge dogters en kinderlievende ouders’.

Huwelijk ontbonden

Bekijk hier een archiefstuk met vermelding van de nietigverklaring van het huwelijk van 'Kamerling' en Van der Bijl.

www.zeeuwsarchief.nl

Muisje kreeg staartje

De boeverij van Magaris was eeuwen later nog steeds een bekend verhaal. Vrijwel iedereen was bijzonder tevreden over de vertolking ervan als toneelstuk bij het stadsjubileum. Dat berichtte de Zierikzeesche Nieuwsbode van 9 september dat jaar.

De ‘schijngestalte’ was met bijzonder groot succes vertoond. De televisie-opnamen ervan ‘oogstten veel lof alom’.

Alleen, het muisje had een staartje. De organiserende toneelgroep handelde namens ‘culturele commissie De Roode Lelie’. Die had alles zo kostenbesparend mogelijk en in eigen beheer willen uitvoeren. Er moesten enkele toneelspelers van elders worden aangetrokken, maar verder kon het meeste zelf gedaan worden.

Rokend gat

Tot de vraag kwam of het toneelstuk op tv mocht worden uitgezonden. Die kans wilde de toneelgroep niet laten lopen. De datum van vertoning was al nabij en dus had men snel alles uit de kast getrokken: een grimeur, duurdere kostuums en professionele belichting werden in allerijl ingevlogen.

De kosten, daar zouden ze het achteraf wel over hebben. Toen dat gebeurde, constateerde men een tekort van 2.200 gulden. De Roode Lelie bleef achter met een rokend gat in de begroting.

Gemeente morrend akkoord

Er werd een beroep gedaan op de gemeente en provincie om beide duizend gulden in het zwarte gat te storten.

De provincie gaf niet thuis. Bij de gemeente was het een ander verhaal.

De PvdA vond in een commissievergadering dat het geld maar snel overgemaakt moest worden. Een raadslid van SGP-GPV stelde: ‘Het stuk getuigde van inventiviteit en moed en moet je dan de nadruk leggen op de procedure? Ik vind van niet.’ Enkel de VVD was uitgesproken tegenstander.

De commissievoorzitter vatte de gevoelens goed samen: ‘We hebben van het stuk genoten. We hebben begrip voor deze ene keer, maar een tweede keer niet meer.’

Ontdek het in onze Beeldbank!

De Beeldbank van het Zeeuws Archief herbergt de meest fascinerende beelden over vele uiteenlopende onderwerpen, plaatsen en tijdperken.

/onderzoek-het-zelf/archief/