Veilingkaartjes bloembollenveiling

Pionieren in bloembollen op Schouwen rond 1900

Het is voorjaar en dus staat het Keukenhof weer op de agenda. Waar anders kan je bloembollen zien? Toch beperkt de Nederlandse bloembollenteelt zich niet tot Lisse en ooit bloeiden de bollen zelfs op Schouwen.

Vroeger op school leerde je aardrijkskunde aan de hand van een kaart en werd per provincie een rijtje opgedreund van de belangrijkste plaatsen en wateren en welke industrie er zat. Strokarton in Groningen en bloembollen uit de Bollenstreek. Als plaatsen kreeg je dan mee Hillegom, Lisse en Sassenheim. Afhankelijk waar je woonde, maakte je een schoolreisje naar de Keukenhof, het mekka van de tulpen. Tegenwoordig komen daar horden Japanners met klikkende camera’s op af.

Bloembollen in Zeeland?

Toch beperkte en beperkt de bloembollenteelt zich niet alleen tot die drie plaatsen. Langs de gehele kust tot en met Texel werden en worden bloembollen geteeld. Vanuit Texel werd in 1899 gemeld dat de teelt zich verder en verder uitbreidde. Naast de kuststreek werden met wisselend succes met name vanaf de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw pogingen gedaan in andere provincies, zoals Gelderland, om hier de teelt van de grond te krijgen. Maar hoe zat het nu in Zeeland?

Burgh in 1902, links het Boeijesbosch, waar bloembollen en groenten werden verbouwd. Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland WA-0195.

In de Goesche courant van 13 januari 1900 werd in een ingezonden brief de vraag gesteld waarom in Zeeland geen bloembollen worden gekweekt. Als het in de Haarlemse duinen kan, waarom dan niet hier? Werd het ook geen tijd om dat eens uit te proberen? De oproep was niet aan dovemansoren gericht. Sterker nog, J. van der Giessen uit Haamstede was er al mee bezig. Hij had een ervaren tuinier aangenomen die op een groot stuk land start met de teelt van de meest gangbare groenten en bloembollen. In april 1900 werden al de eerste asperges richting de Hollandse markt gestuurd. Verder stonden er vermoedelijk zo’n 200 à 300 bedden met tulpen, narcissen en anemonen in volle bloei. De eerste bloemen werden per rijtuig naar Zierikzee gestuurd.

In 1900 legden naast Van der Giessen ook C.M. Bolle Lz. en J. Bom bedden aan. Uiteindelijk werd er best fors geïnvesteerd. Voor 870 gulden waren in het Westlandse ’s-Gravenzande door inwoners van Haamstede en Renesse 26 tulpensoorten aangekocht. De al eerder uitgesproken gedachte dat ook Zeeuwse grond voor de bloembollenteelt geschikt was, bleek dus juist te zijn.

Enthousiast door de eerste resultaten werd een commissie in het leven geroepen. Deze moest de voorbereidingen treffen voor de oprichting van een belangenvereniging. M. Bolle Lz., J. van der Giessen en A.V.M. Goeminne vormden de commissie en kregen advies van een kenner met jarenlange ervaring in de Westlandse bloementeelt.

Het idee is om met name in de beginperiode jaarlijkse elders grote partijen bloembollen aan te kopen zodat na verloop van tijd men zelf over grote hoeveelheden beschikt om op eigen veilingen te verkopen. De vereniging komt inderdaad van de grond. De veiling in 1901 werd echter uitgesteld ten behoeve van schaalvergroting door aankoop en het uitzetten van zelf geteelde bollen.

De woning Zomerzorg en bloembollenschuur van S. van Waveren aan de Burghseweg in Burgh-Haamstede. Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland W-0526.

De bestaande bedden lagen aan de straatweg tussen Burgh en Haamstede, in het Boogaardswekken aan het Sluispad en langs de Meeldijk. De uitbreiding ging gestaag door. Werden in 1900 al zo’n 750 bedden aangelegd, in 1901 was er al sprake van 1.800 bedden. En opnieuw werd in het Westland voor honderden guldens aan bollen ingekocht. Naast Burgh en Haamstede ontstond nu ook elders belangstelling. In Noordgouwe waren enkele bedden met tulpenbollen aangelegd. Als het experiment aansloeg, was ook hier schaalvergroting de opzet.

Succesvolle bloembollenveiling

De vereniging besloot in februari 1902 haar eerste veiling te houden. Op vrijdag 9 mei werden 210 bedden geveild. Hiervan lagen er 16 in Renesse. De veiling was een succes. Hollandse bloemenkwekers waren meer dan tevreden en besloten voor eigen rekening nog eens een 400 bedden in Haamstede aan te leggen. Het gevolg was dat in 1902 rond de 5.000 bedden waren uitgeplant. Deels door vijf bloemisten uit de omgeving van Haarlem, terwijl daarnaast een Noordwijkenaar een duinhoeve van 11 hectaren aankocht om een bloemisterij op te richten.

Zierikzeesche Nieuwsbode d.d. 5 Februari 1903

De ontwikkelingen hadden een gunstige invloed op de werkgelegenheid. De Haamsteedse arbeiders hoefden in de winter van 1902-1903 niet bang zijn geen boterham te kunnen verdienen. Het gereedmaken van de grond op Boeijesbosch achter Burgh voor de bloembollen- en groententeelt vroeg om vele handen. Ook krantenadvertenties wijzen op de toenemende belangstelling in de bloembollen. In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 5 februari 1903 is een niet met naam genoemd persoon op zoek naar geldschieters.

Men kan dan nog niet oogsten, al is op Schouwen al de bedekking geheel of deels weggehaald. Er wordt gevreesd dat de bollen door de strenge winter beschadigd zijn, maar dat is nog niet zeker. De geuite vrees komt gelukkig niet uit, slechts een enkele bol was bevroren. In maart kleurden de velden met narcissen geel, wit en blauw. Ook de tulpen stonden in knop al zou het nog enkele weken duren voordat ook die uitkwamen.

Bron Middelburgsche courant d.d. 15 April 1903

De gemeente Zierikzee wil én deze nieuw cultuur steunen én tegelijkertijd het Havenplantsoen verfraaien. Op de Haamsteedse veiling worden voor dit doel twee bedden met bloembollen aangekocht. Ook particulieren worden aangespoord bloembollen te kopen. De Bloembollen-Vereeniging Westelijk Schouwen bood een postpakket met narcis- en tulpenbloemen aan à raison van 50 cent vooraf te betalen met een postwissel. Tegelijkertijd probeerde men het toerisme op gang te krijgen door toeristen met Pasen naar de streek te trekken. Naar schatting waren er rond de 6.000 bedden met tulpen en narcissen en 1/3 daarvan zou 21 april in het openbaar geveild worden.

In de Middelburgsche courant van 15 april werd die veiling dan ook aangekondigd. Het ging om circa 1.800 bedden. De veiling werd een succes. Van heinde en ver kwamen belangstellenden voor de 1.074 aangeboden partijen. Groot afnemer was Goeminne voor de teelt op zijn eigen grond.

We kunnen nu een idee krijgen om welke soorten het ging, omdat die met naam en toenaam en de betaalde prijzen in de krant werden genoemd. Zoals: Gele Prins voor ƒ 3,25-5,50, Joost van de Vondel ƒ 4-8,50, Rachel Ruis ƒ 5-8 en Wapen van Leiden ƒ 4, alle prijzen per bed. Tussen 8 en 20 juni vanaf 5 uur in de ochtend tot ’s avonds 7 uur kon men de gekochte bollen ophalen. Overigens moest wel de kwitantie worden getoond. Zondags was men niet welkom.

Veilingkaartjes bloembollenveiling
Kaartjes met lotnummers voor de bloembollenveiling te Haamstede. Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, inv.nr 1158.

Naast tulpen en narcissen werden nog meer gewassen geteeld, in ieder geval lelies en gladiolen. De veilingvereniging stuurde namelijk de afgesneden bloemen naar de jaarlijkse Floralia-tentoonstelling in Zierikzee. Het succes droeg bij aan de verbetering van de bereikbaarheid van Schouwen, die tamelijk ongunstig was. Gedeputeerde Staten van Zeeland werd uitdrukkelijk gevraagd de aanleg van een tramlijn te subsidiëren. Dat verzoek veroorzaakte een behoorlijke discussie maar eindigde in een positief besluit. Men was bereid 1/3 in de aanleg van een tramlijn tussen Brouwershaven en Burgh bij te leggen.

In de daaropvolgende jaren breidde de teelt zich verder uit. Zo kwam in 1904 in Zierikzee een vereniging tot stand, namelijk de afdeling Zierikzee en Omstreken aangesloten bij de Algemeene Vereniging voor bloembollencultuur te Haarlem.