Japanse oorlogsschepen bezochten Vlissingen in 1907

We hebben maar één kleine foto van een bezoek door de Japanse marine in Vlissingen in 1907. ‘Niet opzienbarend’ is de eerste gedachte, tenzij je het verhaal achter die foto kent. Hier is namelijk sprake van een diplomatiek offensief.

Bezoek van de Japanse marine aan Vlissingen in 1907. Zeeuws Archief (GA Vlissingen 32787/FA25923)

Als we dieper de geschiedenis induiken, dan zien we dat dankzij de Verenigde Oost-Indische Compagnie Nederland en Japan een relatie hebben die zich over eeuwen uitstrekt. Sterker nog, Nederlandse kooplieden waren vanaf 1641 de enige West-Europeanen met een vaste verblijf- en woonplaats in het Japanse rijk, namelijk op het eiland Decima.

Japan sloot zich van de buitenwereld af, tot in 1853 een Amerikaanse oorlogsvloot Japan dwong haar havens open te stellen voor de buitenwereld, en dus niet langer alleen voor Nederland. In een rap tempo begon de modernisering van Japan. Nederland speelde hierbij een niet te onderschatten rol en hielp bijvoorbeeld bij de opbouw van de Japanse marine.

Machtige Japanse marine

Tegelijkertijd begon de invloed van Japan in Zuid-Oost Azië toe te nemen. Dit leidde tot een oorlog met het Chinese keizerrijk waarbij de moderne Chinese vloot verpletterend werd verslagen door de Japanse. Dit was een teken aan de wand voor de toekomst. Tussen 1904 en 1905 waren de Russische en Japanse keizerrijken in oorlog waarbij Rusland vernietigend werd verslagen.

Plots waren de ogen van het Westen gericht op Japan. Niemand had immers verwacht dat een Aziatisch land een gevestigde Europese macht kon verslaan. Ook in Nederland reageerde men ongerust. Tijdens de uitbraak van de Russisch-Japanse oorlog (8 februari 1904 en 5 september 1905) was al duidelijk geworden dat de Nederlandse marine niet opgewassen was tegen Rusland noch Japan, terwijl Nederland op dat moment nog Nederlands-Indië, het huidige Indonesië, met rijke grondstoffen bezat. [1]

Diplomatiek offensief

Japan besloot na 1905 tot een ‘vriendschapsoffensief’ en zond hiertoe een paar oorlogsschepen die onder meer de Verenigde Staten en Engeland, maar ook Nederland en met name Vlissingen bezochten. (In 2008 gebeurde dat opnieuw toen drie Japanse oorlogsschepen Amsterdam bezochten in het kader van 400 jaar handelsbetrekkingen.) Opvallend is dat alle met name genoemde officieren hun loopbaan afsloten in de rang van (vice) admiraal.

Bezoek Japanse marine in de kranten

In de lokale kranten werd aandacht besteed aan het bezoek in 1907. Opvallend is de spraakverwarring over de diverse tijdstippen c.q. data. De Vlissingse Courant van 4 juli meldde dat op vermoedelijk de 7e juli de twee Japanse oorlogsschepen Tsukuba [2] en Chitose [3] Vlissingen zouden aandoen voor een bezoek van enkele dagen. [4]

De editie van dinsdag 9 juli meldt een aankomst op maandagmorgen van de schepen komende van Oostende, België. ‘s Avonds vertrokken enkele Japanse vlag- en hoofdofficieren met de trein van 18.55 naar paleis Het Loo voor een ontvangst door Hr. Ms. Koningin Wilhelmina.

Winkelende Japanse matrozen

Ondertussen wemelde het in de stad Vlissingen van Japanse matrozen die bijna alle winkels bezochten. Het kopen bleef echter bij de verwachtingen achterwege omdat slechts een enkeling onder hen wat gebroken Engels sprak, en omdat de tegenwaarde van de Japanse munt onbekend was. Volgens de krant was de waarde van de yen (onderverdeeld in 100 sen) ongeveer gelijk aan twee Nederlandse guldens. Bij een onderzoek bleek dat de plaatselijke kassiers ƒ 1,20 gaven voor een gouden yen en voor een zilveren yen ƒ 1,-.

Van Paleis Het Loo …

Een dag later (editie woensdag 10e) luidde het dat de Japanse vlootvoogd en zijn officieren waren uitgenodigd om op de 9e het diner op pales Het Loo te gebruiken. Hierbij waren verder aanwezig de Japanse gezant Aimaro Sato [5], schout-bij-nacht Havao Shimamura [6], president van de marineacademie te Etajima, de Nederlandse minister van marine Cohen Stuart [7], schout-bij-nacht Römer [8], directeur en commandant van de marine te Hellevoetsluis en luitenant ter zee 1se klas K.F. Sluys [9], tijdelijk toegewezen aan de Japanse delegatie.

Op de 9e arriveerde men om 17.00 uur op het station Apeldoorn, waar men opgehaald werd met koetsen voor het diner met de koningin en haar prins-gemaal. Huzaren uit Deventer verzorgden de bijpassende muziek. Met de trein van 20.14 uur keerde men terug. Landelijke bladen als het Algemeen Handelsblad maar ook de De Nieuwe Tilburgsche Courant vermelden dat de koningin op maandag werd bezocht. Om 16.56 kwam het gezelschap op het station daar aan, om weer te vertrekken om 18.12.

… naar Vlissingen

Op de 10e werd een lunch aangeboden door de Japanse gezant waarvoor ook de ministers van buitenlandse zaken en de marine waren uitgenodigd. De Japanse vlootvoogd wilde op woensdag de 9e (10e dus) de Rotterdamse Waterweg en de haven bezoeken.

In de editie van donderdag 11 juli staat een uitgebreid stuk over het bezoek afgelegd door de Japanse, “koolzwarte” schepen Het stuk werd geschreven door een journalist (N.v.N.) die per trein was afgereisd naar Vlissingen en op zondagmorgen (de 7e!) net op tijd arriveerde om de Japanners te zien aankomen.

De opmerking die hij maakte over de Japanse vlag was niet gepast. Volgens hem “door een Zeeuwsch boerinnetje als een roode spin op een witten doek gekwalificeerd”. Het waren de modernste schepen die Japan bezat en die bovendien bemand werden door meer dan 1.200 ervaren zeelieden met oorlogservaring uit ‘den jongsten oorlog’ (die met Rusland).

Hun eerste bezoek was aan Hampton Roads in de  Verenigde Staten, waar zij deelnamen aan de vlootrevue tijdens de viering van het 350-jarig bestaan van de kolonie Jamestown. Vandaar voer men door naar Engeland en vervolgens naar Kiel in Duitsland voor de Kielerwoche, waar de Duitse keizer het vlaggenschip Tsukuba bezocht, en daarna naar Oostende in België en verder naar Vlissingen.

Vlaggenschip de Tsukuba

Maar dan maakt de journalist een intrigerende opmerking. Vlissingen, gelegen aan de Schelde, was ondanks haar strategische ligging en de aanwezigheid van een grote scheepswerf (Kon. Mij. De Schelde) niet beschermd door landbatterijen en er was geen enkel Nederlandse oorlogsschip aanwezig. Dit laatste is bevreemdend omdat tijdens de oorlog tussen Rusland en Japan juist weer een zwaarder oorlogsschip (de rammonitor Hr. Ms. Reinier Claeszen) in Vlissingen was gestationeerd en niet volstaan werd met alleen een oude stoomkanonneerboot. Nu was blijkbaar zelfs het wachtschip afwezig. [10]

Het Japanse vlaggenschip Tsukuba. Tekening: Ron van Maanen.

Hoe het ook zij, beide Japanse schepen ankerden circa-23 mijl uit de kust en de Nederlandse schout-bij-nacht Römer [11] met zijn adjudant C. Fock voerden per stoomsloep naar het vlaggenschip Tsukuba voor een verwelkoming namens de Nederlandse minister van marine.

Commandant van de Tsukuba was kapitein ter zee Takenouchi Heitaro [12]. De Chitose, die volgens de journalist vergelijkbaar was met een van onze eigen pantserschepen, werd gecommandeerd door kapitein ter zee Tanin Yamya [13]. Dit laatste schip had actief aan de oorlog tegen Rusland deelgenomen en had onder meer het Russische oorlogsschip Novik zwaar beschadigd.

Eigenlijk is de toon van het gehele artikel behoorlijk chauvinistisch en verre van neutraal. Dat valt ook op wanneer de Japanse matrozen worden beschreven. Hun kleding was vergelijkbaar met die van de Nederlandse matrozen, afgezien van de mutslinten versierd met ankers. De verslaggever merkte op: “Al lijken ze ook kleiner en zwakker dan onze Zeeuwen, toch ziet men duidelijk, dat deze kleine, gele mannetjes kracht en taaiheid bezitten”.

Geen woord over dat deze Japanse matrozen een paar jaar eerder het onmogelijk geachte hadden gerealiseerd, namelijk een van de Europese grote mogendheden verslaan. Wel viel het hem op dat Japanse en Nederlandse matrozen al direct met elkaar contact zochten in een voor hem onbegrijpelijke mengelmoes van Engels, Japans en Nederlands. Dit staat bekend als een pidgintaal, bijvoorbeeld pidgin Engels.

Al lijken ze ook kleiner en zwakker dan onze Zeeuwen, toch ziet men duidelijk, dat deze kleine, gele mannetjes kracht en taaiheid bezitten

Het komen en gaan van stoomsloepen van de Japanse schepen naar de wal en terug werd door een steeds groter worden publiek gadeslagen. Langs de gehele boulevard flaneerden belangstellenden die zich ook verzamelden bij het standbeeld van de De Ruyter. Vanuit Antwerpen kwamen zelfs drie boten afgevaren met aan boord belangstellenden.

Die middag verliet om 16.15 de Japanse vice admiraal Ijuin [14] zijn schip vergezeld door chef staf kapitein luitenant Isam(u) Takeshita [15], aide-de-camp Yamamoto [16] en kapitein Takenouchi Heitaro. Zij werden begeleid door de Nederlandse luitenant ter zee 1e klasse K.F. Sluys die hun toegewezen was.

De bedoeling was Römer een tegenbezoek te brengen, die zich op dat moment in hotel Zeeland bevond. Ijuin was tijdens de oorlog met Rusland souschef van de marinestaf en was deels opgeleid in Engeland waardoor hij vloeiend Engels sprak. Blijkbaar was Vlissingen geen onbekend terrein voor hem want in het artikel staat dat hij vijf jaar eerder ook al Vlissingen met twee oorlogsschepen had aangedaan.

Na het bezoek aan de Nederlandse schout-bij-nacht reisde de Admiraal door naar Den Haag vergezeld door de Japanse afgezant Sato. Dat bezoek aan Den Haag wordt ook vermeld in de editie van de 10e, alleen het blijft onduidelijk of dat nu plaatsvond op de 8e of op de 9e.

De editie van zaterdag de 13e meldde dat de Tskuba in de morgen van de 12e vertrok naar Portsmouth, gevolgd door de Chitose in de avond, Het vertrek van de laatste was vertraagd doordat men een verloren anker moest opvissen.

De Asagiri, Umigiri en Kashima op het IJ in Amsterdam, juli 2008. Foto: Ron van Maanen.