Onderzeeboot Orzel, een Poolse adelaar ‘still on patrol’

De Poolse onderzeeboot Orzel is gebouwd door de Koninklijke Maatschappij De Schelde in 1936-1939. Orzel betekent adelaar. Tot vandaag de dag is onduidelijk waar zij is gebleven.

De Koninklijke Maatschappij De Schelde had wat met onderzeeboten. Hier in Vlissingen werd de eerste Nederlandse onderzeeboot gebouwd: de Luctor et Emergo of O1.

Still on patrol

In de daaropvolgende jaren bouwde men nog meer onderzeeboten waarvan sommige in de loop der tijd een rol in de wereldgeschiedenis speelden. De O21 werd de meest succesvolle onderzeeboot tijdens de Tweede Wereldoorlog. De O13 en de Orzel echter verdwenen tijdens deze zelfde oorlog. Hun wrakken zijn nooit teruggevonden. In marinetermen heet dat ‘still on patrol’.

De Poolse onderzeeboot Orzel. Tekening: Aleksandr Mariy van Maanen.

Filmploeg uit Polen

In Polen is nog steeds veel belangstelling voor de Orzel en haar levensloop. Een Poolse filmploeg van Baltmedia komt in de tweede week van mei naar Vlissingen om (beeld)materiaal te verzamelen voor een film en documentaire(s). Zij zijn te gast bij Damen Schelde Naval Shipbuilding, de opvolger van de Kon. Mij. De Schelde.

En ze komen ook bij ons op bezoek. Het Zeeuws Archief (voorheen gemeentearchief Vlissingen) beheert de archieven van de De Schelde waaronder foto’s, tekeningen en allerlei documenten rondom de bouw van de Orzel. De afgelopen weken is al het aanwezige fotomateriaal bijeengezocht, gedigitaliseerd en beschreven. Documenten en tekeningen liggen ook klaar. Zo zijn er brieven bewaard gebleven over de proeven genomen met het afschieten van de torpedo’s.

Bouw van de Orzel

Het contract tussen de Poolse regering en de werf werd op 29 januari 1936 ondertekend. De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij kreeg tegelijkertijd opdracht haar zusterschip Sep te bouwen.

Gedurende de gehele bouw werden continue foto’s gemaakt waardoor de bouw ‘in beeld’ is te volgen.

  • Bouw van de Poolse onderzeeboot Orzel. Zeeuws Archief (GA Vlissingen, voorlopig inv.nr 521.A.5).

  • Vervaardiging van torpedolanceerbuizen voor de Poolse onderzeeboot Orzel. Zeeuws Archief, (GA Vlissingen, voorlopig inv.nr 513.366.6).

    Het benodigde staal kwam op 29 mei binnen. Op 14 augustus werd met de feitelijke bouw van bouwnummer 205 gestart. Tussen de Zuidhelling en de Peperdijk, ter hoogte van de Scheepsloods II werd een betonnen vloer gestort, waar ook de kiel werd gelegd. In een later stadium werd de romp zijwaarts en vervolgens voorwaarts verplaatst. Er werd hard aan haar gewerkt. Op 30 maart 1937 stond zij al in de spanten en goed zes weken later was de beplating aangebracht.

    Natuurlijk moesten ook haar belangrijkste wapens getest worden. De torpedobuizen waren hier in de Machinefabriek gemaakt en ingebouwd. Alleen het zogenaamde inschieten gebeurde niet in de Dokhaven of op de Vlissingse rede. Voor dat doel werd uitgeweken naar Den Helder.

    Doop door mevrouw Sosnkowski

    Op 15 januari 1938 werd de Orzel door mevrouw Sosnkowski, echtgenote van de voorzitter van het Fonds voor Maritieme Verdediging, gedoopt waarna zij te water werd gelaten. Althans dat was de bedoeling.

    Middelburgsche Courant d.d. 12 januari 1938.

    In plaats van soepel het ‘natte element’ in te glijden, bleef zij op het droge. Misschien was haar naam daar debet aan. Adelaars vliegen immers! De bel klonk, de champagnefles tegen haar romp stukgeslagen, het Poolse en het Nederlandse volkslied gespeeld door de marinekapel, alleen geen bewegende Orzel.

    Met man en macht probeerde men haar over te halen te gaan bewegen. Een stoomlocomotief werd ingezet, echter niets gebeurde. De werfsleepboot En Avant moest uitkomst bieden, maar ook in eerste instantie zonder succes. Om 14.45 uur kwam er beweging in en een half uur later dreef zij eindelijk in het water. Het bioscoopjournaal van Polygoon bracht de gebeurtenis in beeld.

    Op 2 februari 1939 volgde, na een mis opgedragen door de aalmoezenier Hoffmann, de feitelijke overdracht en indienststelling in de Poolse marine. Hoffmann was aalmoezenier voor de Poolse mijnwerkers in Limburg. Eerder had hij, geassisteerd door de Vlissingse pastoor J.B.M. Trimp, haar bij de tewaterlating gezegend. Acht dagen later arriveerde zij te Gdynia, Polen, gadegeslagen door een groot publiek. Het was echt een schip van het volk. De bouw was immers gefinancierd uit geld ingezameld onder de Poolse bevolking.

    De overdracht van de Orzel door de werf aan de Poolse marine. Zeeuws Archief (GA Vlissingen, voorlopig inv.nr 513.366.6).

    Tweede Wereldoorlog

    Polen werd datzelfde jaar meegesleept in de Tweede Wereldoorlog. Op 1 september viel Duitsland het land binnen. De Orzel was belast met de kustverdediging. Haar commandant gaf op 13 september aan van zijn post ontheven te willen worden. Hij wilde naar de Estse hoofdstad Tallinn toe en dat gebeurde ook.

    Op de 16de werd door de Estse regering beslag op haar gelegd en werd zij ontwapend. Haar bemanning liet het er echter niet bij zitten en in de vroege ochtend van de 18e ging men er met de Orzel vandoor richting Engeland. Hier werd zij opnieuw bewapend en uitgerust en uitgezonden voor patrouilles.

    De zevende patrouille werd haar fataal. Op 23 mei 1940 vertrok men richting Noordzee. Op 1 en 2 juni werd radiografisch opdracht gegeven naar het Skagerrak te gaan, gevolgd door op de opdracht op 5 juni terug te komen. Zij kwam niet terug en op de 8e accepteerde men dat zij verloren was gegaan. De meest waarschijnlijke oorzaak is dat de Orzel óf in een nieuw Engels óf in een nabij gelegen nieuw Duits mijnenveld terecht is gekomen en een mijn heeft geraakt.

    Over de Orzel maakte Sebasian Sosnowski een korte film.