Zeeland en Japan. Eilanden in contact

Sinds 18 september is in het Zeeuws Archief een kleine expositie te zien waarin de Zeeuwse relaties met Japan worden belicht. Zo zijn er bijzondere betrekkingen tussen Middelburg en Nagasaki.

Tegenwoordig hebben de twee steden een stedenband, maar al eeuwenlang komen er Zeeuwen op het Hollandse eiland Deshima, in de baai van Nagasaki. Natuurlijk is de grote maquette van dit ‘Vooruitstekend Eiland’ ook te bezichtigen op de expositie.

Op 19 april 1600 arriveerde het schip De Liefde met slechts vierentwintig overlevende bemanningsleden in Japan. Dit was het begin van de Nederlands-Japanse handelsbe-trekkingen. In 1609 werd dit contact door de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) officieel bevestigd.

Op dat moment waren als enige westerlingen de Spanjaarden en de Portugezen in Japan aanwezig. Wegens al te grote bekeringsdrift van deze katholieke naties verboden de Japanners “de leer van Yaso” (het christendom) in 1614 en werd de Spanjaarden al in 1624 en de Portugezen in 1641 de toegang tot het land ontzegd. De Japanners zelf werd verboden het land te verlaten. Daarmee waren de Nederlanders de enige contacten tussen Japan en de westerse wereld. Deze “sakoku” (afsluiting) zou duren tot 1853.

De Nederlandse aanwezigheid beperkte zich in 1640 tot het eiland Deshima, een kunstmatig eiland in de baai van Nagasaki. Het Nederlandse opperhoofd (opperkoopman) mocht het eiland alleen verlaten voor de verplichte jaarlijkse hofreis naar de Shogun in Edo. De Nederlandse factorij op Deshima verzorgde de handel met Japan. Ingevoerd werden vooral textiel uit Europa, zijde uit China en hout en suiker uit Indië. Het belangrijkste exportproduct van Japan was edelmetaal.

De beide fluitschepen die op 9 oktober 1646 van Nagasaki naar Taiwan vertrokken waren dan ook volgeladen met zilver. Daarnaast werden balen rijst en “Japansche sijde rocken” ingeladen. Hier worden ongetwijfeld kimono’s mee bedoeld, de Japanse traditionele kleding die bij bepaalde gelegenheden nog steeds wordt gedragen. U ziet enkele voorbeelden in de expositie.
De reis ging vervolgens van Taiwan naar Batavia, dit duurde ongeveer één maand. Daarna was men van Batavia nog zo’n 7 maanden onderweg naar Nederland. In totaal deden in de periode 1641-1847 606 Nederlandse schepen Deshima aan.

In 1643 raakte de relatie Nederland-Japan ernstig verstoord. Het VOC-schip Breskens was op een ontdekkingsreis naar de mythische Goud- en zilvereilanden door storm ernstig in de problemen geraakt. Wegens schade en gebrek aan levensmiddelen deed het schip tweemaal een baai op de oostkust van Japan aan. Bij het tweede bezoek werden de kapitein en enkele beman-ningsleden opgepakt en naar het hof van de Shogun afgevoerd. Daar werden ze ter dood veroordeeld omdat zij het verbod om Japans grondgebied te betreden hadden overtreden. Uiteindelijk wist men de Shogun ervan de overtuigen dat de bemanning te goeder trouw was geweest en werden ze vrijgelaten.
In 1648 werd Petrus Blokhovius (Peter Blokhof uit Purmerend) als gezant vanuit Nederland afgevaardigd om de Shogun voor zijn grootmoedige gebaar te bedanken. Helaas overleed hij aan boord voordat hij Japan bereikte.

In 1661 werd Dirck van Lier aangesteld als opperhoofd “om de negotie waar te nemen” op Deshima. Hij vertrok op 28 mei vanuit Indië met drie fluitschepen, Buijenskercke, Dimermeer en Goere. U ziet hier zijn journaal waarin hij behalve de gegevens betreffende de reis zelf ook diverse eilanden heeft beschreven. Ook werden de kustlijnen getekend. Op 29 juli kwamen deze schepen bij Deshima aan.

Nadat de “sakoku” oftewel afsluiting van Japan voor de buitenwereld in 1853 werd opgeheven bleek dat de Japanners in hoge mate waren gefascineerd door de westerse wereld, en met name door Nederland. Zo is er Nagasaki Holland Village of in het Japans Oranda Mura, waar Nederland in een soort openluchtmuseum te bezoeken is.

De Japanse kunstenaar Oba heeft zijn visie op 17de-eeuws Middelburg vastgelegd. Deze kunstenaar heeft jarenlang in Nederland gewoond. Ansichtkaarten van dit schilderij zijn te koop bij de receptie van het Zeeuws Archief, zolang de voorraad strekt.

In Japan vervaardigde men ook landkaarten van de westerse landen, waaruit tevens blijkt dat het principe “het noorden bovenaan” niet zo universeel is als wij in het westen geneigd zijn te denken. De kaart van Nederland door Takemi Senseki boven de tafel is daarvan een voorbeeld.
In de tweede helft van de 19de eeuw trok Japan diverse Nederlandse waterbouwers aan om de Japanse waterhuishouding op orde te krijgen. Eén van hen was de in Colijnsplaat geboren Johannis de Rijke (5 december 1842-20 januari 1913). Hij was het derde van in totaal zeven kinderen van dijkwerker Pieter de Rijke. Hij heeft onder andere de delta van de Kiso-rivieren bij de stad Nagoya gekanaliseerd en aangepast. In deze stad staat dan ook een meer dan levensgroot standbeeld van Johannis.

Door de Japanse keizer werd Johannis uitgebreid gedecoreerd en op 13 januari 1911 werd hij ook benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandsche Leeuw. In het weekblad De Ingenieur hebben ingezonden stukken van de hand van Johannis de Rijke gestaan, onder andere met betrekking tot de Oeververdediging in Zeeland, in 1889. Ook aan zijn overlijden in 1913 werd een bericht in dit blad gewijd.

Literatuur over 400 jaar Nederlands-Japanse betrekkingen

A. Lemmers, G. Boven, Bijzondere betrekkingen. Nederland en Japan 1600-1868 (Den Helder 2000)

P.G. Vonk, De V.O.C. op zoek naar de goud- en zilvereilanden. De waar gebeurde avonturen van het schip de Breskens in het jaar 1643 in Japan (Utrecht 1997)

L. Blussé, W. Remmelink, I. Smits [red.], Bewogen betrekkingen. 400 jaar Nederland-Japan (Hilversum 2000)

In het spoor van de Liefde. Japans-Nederlandse ontmoetingen sinds 1600 (Amsterdam 1986)

B. Toussaint, ‘Japanse verering voor Colijnsplaatse watergod. Johannis de Rijke (1842-1913)’, in: Zeeuws tijdschrift 50 (2000) nr. 3

L.A. van Gasteren [red.], In een Japanse stroomversnelling. Berichten van Nederlandse watermannen, rijswerkers, ingenieurs, werkbazen 1872-1903 (Amsterdam 2000)

De expositie maakt onderdeel uit van vele andere activiteiten die in Nederland worden gehouden vanwege vierhonderd jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan.